Het dorp vormt de overgang tussen het platteland en de bergen en ligt dichter bij Sevilla (77 km) dan bij zijn eigen hoofdstad, Cádiz (93 km).

In Villamartín worden Alfajores (een toffee achtige pasta)en de bekende turron (noga achtige lekkernij van de kerst) gemaakt. Maar het heeft ook ambachtelijk brood van zeer goede kwaliteit, dat in verschillende stijlen wordt vervaardigd, en de molletes worden zeer gewaardeerd, wat onontbeerlijk is voor het ontbijt in de Villamartín.

Zoals bevestigd door de Alberitische Dolmen, is het dorp bewoond sinds de prehistorie. Dit prehistorische monument bevindt zich op de boerderij met dezelfde naam. Hierna kwamen er Romeinse villa's waarvan de overblijfselen bewaard zijn gebleven, na een korte Visigotische interruptie, werd het bezet door de Arabieren.
Het kasteel van Matrera, dat sinds de Middeleeuwen bewaard is gebleven, diende om de zuidelijke gebieden van het koninkrijk Sevilla te beschermen tegen moslimaanvallen. De huidige stad werd gesticht op 4 februari 1503.