De deuren, de bellen, de kleine ramen, alles in de straten is bewonderenswaardig. Terrassen die lijken op steegjes, pleinen die patio's nabootsen, interieurs die exterieur zijn, alles is mogelijk in de straten van Vejer, omdat ze op de een of andere manier slechts de weerspiegeling zijn van een bepaalde manier van leven.

Vejer de la Frontera is echt een feestje om te bezoeken. Het is met recht een van de mooiste dorpen van Cádiz, je ziet het al van verre liggen, hoog op de heuvel met een slingerweggetje er naartoe. Op een paar kilometer van de zandstranden van El Palmar, een waar surfparadijs, de stranden van Los Caños de Meca en die van Conil de la Frontera.

Opvallend en bijzonder door hun goede conservering en schoonheid zijn de windmolens van de landgoederen van Las Tres Ave María, direct zichtbaar als je aankomt. Het doet je direct denken aan Cervantes.
Niet minder spectaculair is het gebied van Santa Lucia, met de overblijfselen van een Romeinse aquaduct. Op dezelfde manier is de ommuring van La Muela met zijn stromende fontein en de dennenbossen die de stad omringen slechts een klein voorbeeld van de rijkdom aan natuurlijke landschappen die zijn geconcentreerd in of in de omgeving van Vejer de la Frontera.

Vejer de la Frontera behoort tot de "Comarca de la Janda", en werd door de geschiedenis heen bezet door verschillende beschavingen. Eerst waren het de Feniciërs, die de tonijnvisserij hebben ingebracht, sinds die tijd zeer belangrijk voor de economie. Toen kwamen de Carthagers, de Romeinen en de Arabieren, gevolgd door christenen tot op de dag van vandaag. Dit gebied was zeer gewild vanwege de strategische ligging waardoor boten gemakkelijk de zee konden verlaten vanaf de rivieren.

Onder Arabische macht had de stad vijf eeuwen van welvaart en werd de infrastructuur van de straten verbeterd, er kwamen huizen en kastelen. In 1805 versloeg admiraal Nelson, commandant van de Engelse vloot, de Frans-Spaanse alliantie in de slag om Trafalgar. daarna werd het gebied bezet door de strijdkrachten van Napoleon.

Toen Vejer de twintigste eeuw binnenging, onderging het een voorspoedige ontwikkeling, vooral dankzij het toerisme.